Weitzman & Fink, 1971
Foto: Robert Van Mossevelde
Foto: Robert Van Mossevelde
| IDENTITEIT: orde: Cyriniformes; familie: Characidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1971, door S. H. Weitzman en W. L. Fink, als Nematobrycon lacortei, in Beaufortia 19(248):59. | |||||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: roodoogtetra. | |||||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: 5 à 6 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: is zeer duidelijk. Het mannetje heeft een verlengde staartvinstraal in het midden van de staartvin. Zijn rugvin is ook ietwat langer en spits uitlopend. | |||||||||||||||||||||||||||||
| Beginnersvis. Over turf filteren. |
HOUDBAARHEID: ijzersterk beginnersvisje. Zeer makkelijk te houden. Verlangt helder en zuiver water, dat wat overschaduwd wordt door drijfplanten en best gefilterd wordt over turf. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: West-Columbia: Rio Atrato. | |||||||||||||||||||||||||||||
 |
 |
||||||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: de roodoogtetra komt uit West-Columbia, waar ze gevonden worden in de Rio Atrato en zijn bijriviertjes. | |||||||||||||||||||||||||||||
| In een school houden. | GEDRAG: nogal levendige vis, die soms in schoolverband leeft. Met een tiental of meer samen houden is aan te raden. Tijdens de paring verdedigen ze soms een territorium, maar verder laten ze alle, zelfs kleinere visjes met rust. | ||||||||||||||||||||||||||||
| Alleseter. Groenvoer. |
VOEDSEL: alleseters. Klein levend voedsel en ook droogvoer word genomen. Liefst afwisselend met nu en dan wat groenvoer (gehakte spinazie). | ||||||||||||||||||||||||||||
| KWEEK: in een dicht beplante kweekbak met drijfplanten waarvan de wortels in het water hangen, zetten ze graag hun eitjes af. Ook drijvend javamos is daarvoor uitstekend geschikt. Zelfs in het gezelschapsaquarium groeien soms enkele jongen op tussen deze planten. Ze kunnen onmiddellijk Artemia aan als eerste voedsel. | |||||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: de mannetjes die heel wat mooier kleuren dan de wijfjes, zijn tijdens de paartijd onverdraagzaam onder elkaar en verdedigen een territorium. In een dicht beplant aquarium, met verder wat versteend hout als versiering, zijn ze goed samen te houden met andere klein blijvende visjes. |
