Paracheirodon innesi
(Myers, 1936)

Paracheirodon innesi
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Characidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1936. door G.S. Myers als Hyphessobrycon innesi in Proc. Biol. Soc. Wash. 49: 97
SYNONIEM: Cheirodon innesi
NEDERLANDSE NAAM: Neon-tetra of neon
MAXIMALE GROOTTE: 45 mm
GESLACHTSONDERSCHEID: De profiellijn van het mannetje is ter hoogte van de keel iets ingesneden; hij heeft ook een rechtere neon streep en bezit (van bovenal bekeken) meer rode kleur in het staartgedeelte. Deze elementen zijn moeilijk waarneembaar en relatief. Meer zekerheid geven de legrijpe vrouwtjes, die robuuster van bouw en dikker van buik zijn.
HOUDBAARHEID: Goed houdbaar, bij voorkeur in een grote school, mits men over een ruim aquarium met liefst een flink plantenbestand beschikt. De vissen houden van een gedempte verlichting en een donkere bodem.
DIERENRIJK
Z h XVI 01
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 5 - 6 6,5 - 7,5 6 - 6,5
Totale hardheid °DH 6 - 10 2
Temperatuur °C 21 - 23 20 - 23 23
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Zijrivieren en bovenloop Amazone-grensstreek Brazilië, Peru en Columbië
Kaart voorkomen
BIOTOOP: ln oerwoudgebieden, op plaatsen waar de zon nauwelijks doordringt. Mineraalarme wateren met modderige bodem, welke met een flinke laag plantaardig materiaal bedekt is.
GEDRAG: Levendige, vredelievende scholenvis, die geen te hoge temperaturen verdraagt. Bevolkt het onderste en middelste gedeelte van het aquarium. Door Plistophora aangetaste dieren vertonen kleurverblekingen en vertoeven voortdurend buiten de schoolgemeenschap. De (neon-) ziekte is ongeneeslijk en treedt op bij te lage temperaturen. De neon is ook geschikt voor het gezelschapsaquarium.
VOEDSEL: Nemen alle voedsel aan dat klein genoeg is. Liefst hebben ze klein levend voedsel, zoals watervlooien, Artemia, grindalwormpjes enz... Eten zeer weinig ! Zorg voor afwisseling.
KWEEK: Kweekaquarium van ca. 10 liter inrichten met een bodembedekking van eikebladeren of een behoorlijk dikke laag turfpluis. Het gebruikte water moet zeer zacht en licht zuur zijn. Het vrouwtje zal een 500-tal eitjes op de bodem afzetten. Naargelang de temperatuur komen na 24 à 36 uren de larven uit. De larfjes teren 4 à 5 dagen op hun dooierzak en verblijven dan nog één tot twee weken nabij de bodem. Het opfokvoer bestaat uit infuus, raderdiertjes, fijngemalen droogvoer en gezeefde Daphnia's. De rode kleur verschijnt na drie weken.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Hugo Vits, februari 1988
Laatst bijgewerkt op: 02-07-2015
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE