|
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1871 door A. Gunther als Hemichromis subocellatus in Proc. Zool. Soc. London 187(3):667 |
|
SYNONIEM: Pelmatochromis subocellatus |
|
NEDERLANDSE NAAM: |
|
MAXIMALE GROOTTE: 10cm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: gemakkelijk. Mannetjes zijn iets groter en hebben spitser uitgegroeide vinnen. De vrouwtjes zijn wat ronder gebouwd en hebben tijdens de broedperiode een donkerrode buik |
Donkere bodemgrond |
HOUDBAARHEID: niet te kleine aquaria met kienhout of stenen ingericht en met veel schuilplaatsen. Een donkere bodemgrond is aan te raden. In het voorste gedeelte van het aquarium zorgen voor open zwemruimten. Omgekeerde bloempotjes en kokosnootschalen zijn goede broedplaatsen. Bij het inrichten van het aquarium moet men er voor zorgen dat alle stenen op de bodem goed verankerd zijn, omdat de vissen graag graven onder stenen en kienhout om daar hun broedruimte te maken. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
6 - 6,5 |
6,5 - 7 |
6 - 6,5 |
Totale hardheid °DH |
0 - 1 |
3 - 12 |
3 - 10 |
Temperatuur °C |
22 - 26 |
24 - 26 |
25 - 27 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: West-Afrika: van Gabon tot de
grens met Congo. |
|
|
|
BIOTOOP: kleine, licht stromende riviertjes en plassen met zacht en licht zuur water met een temperatuur van 22 à 25°C. |
|
GEDRAG: goed samen te houden met andere niet te kleine vissen die de bovenste waterlagen bewonen. Tijdens de paartijd zijn ze onverdraagzaam tegenover elkaar. Dus één koppeltje in een niet te klein aquarium met bijvoorbeeld het gezelschap van enkele ei-levendbarenden of labyrintvissen. |
|
VOEDSEL: levend voedsel zoals muggenlarven, watervlooien, Cyclops en enchytraeën staan op hun menu. Ze zijn gemakkelijk aan droogvoer te wennen, maar levend voedsel en ook diepvriesvoer verdienen toch de voorkeur. |
Zacht en licht zuur water. |
KWEEK: |
|
BIJZONDERHEDEN: voor de kweek zal men de watertemperatuur wat verhogen tot 27 à 28°C. Ook zacht en licht zuur water is voor een gezonde ontwikkeling van het broed gewenst. Beide ouderdieren kleuren tijdens de balts adembenemend mooi. Ze verzorgen beide het legsel, waarbij het vrouwtje het voortouw neemt. Na het uitkomen van de jongen zwemmen ze samen met hun jongbroed door het hele aquarium, op zoek naar voedsel. De rode buikzijde van het vrouwtje, dat volgens sommige auteurs het baken is dat de jongen volgen tijdens de eerste dagen dat ze rondzwemmen, was bij mij steeds verdwenen op het ogenblik dat ze voor het eerst naar buiten kwam uit de broedruimte. Niets rood meer te zien, zelfs geen roze buik. |