(Boulenger, 1901)
Foto: Robert Van Mossevelde
Foto: Robert Van Mossevelde
| IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1901, door Boulenger als Pelmatochromis taeniatus, in Proc. Zool. Soc. Londen 1901:10 | |||||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: Pelmatochromis klugei; Pelmatochromis kribensis, Boulenger, 1929; Pelmatochromis kribensis klugei. | |||||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: kersebuik, kersebuikcichlide | |||||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: man: tot 9 cm; vrouwtje: 6 cm | |||||||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: mannetjes worden groter dan de wijfjes en hebben langere en spitsere rug- en aarsvinnen. Het meest opvallend is de dieprode buikzijde bij de vrouwtjes. | |||||||||||||||||||||||||||||
| HOUDBAARHEID: goed houdbaar in een niet te klein aquarium met vele schuilmogelijkheden en broedholen onder en tussen kienhout. | |||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Westelijk deel van de Niger-delta in Nigeria en ten westen van de hoofdstad Lagos | |||||||||||||||||||||||||||||
 |
 | ||||||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: westelijk deel van de Niger-delta in Nigeria en ten westen van de hoofdstad Lagos; in 80 tot 100 cm diepe waterlopen met bruingekleurd, helder en zachtstromend water en vele schuilmogelijkheden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GEDRAG: agressief tegen soortgenoten en aanverwante soorten; ook tegenover andere soorten tijdens de broedperiode. De wijfjes bewaken het legsel, terwijl de mannetjes de omgeving van de broedplaats bewaken. | |||||||||||||||||||||||||||||
| VOEDSEL: alleseter in het aquarium, met een voorkeur voorlevend voer of diepgevroren Artemia, muggenlarven, watervlooien en Cyclops. | |||||||||||||||||||||||||||||
| KWEEK: gemakkelijk in een aquarium met vele broedholen, zoals kokosnootschalen en onder stenen en kienhout. Beide ouders bewaken het legsel, waarbij het wijtje meestal in de broedruimte vertoeft en het mannetje de omgeving verdedigt. Pas ontloken Artemia is het eerste voedsel voor de jongen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: samen te houden met vissen die de midden- en bovenzone van het aquarium bewonen, zoals kleine zalmsoorten, die ook in de biotoop gevonden worden. - Er zijn diverse kleurvariëteiten bekend, volgens de vindplaats, b.v. P. taeniatus "Nigeria"; "Moliwe"; "Muyuka"; "Kienke"; "Lobe". De foto toont de "Moiwe"-variëteit. |
