Foto: Robrecht Delbaere
IDENTITEIT: orde: Atheriniformes; familie: Poecilidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: In 1868, door R. Hensel, als Girardinus caudimaculatus, in Arch. f. Naturgesch. Vol. 34:362. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Poecilia caudomaculatus - Girardinus januarius reticulatus | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: Staartvlektandkarper | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: Man 3 cm, vrouw 4.5 cm | |||||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: Het mannetje bezit een aan het uiteinde gevorkt gonopodium. | |||||||||||||||||||||||||||||
- Gemakkelijke soort - Tuinvijver |
HOUDBAARHEID: Gemakkelijk, zelfs in kleinere aquaria, vanaf 30L inhoud. De stamvorm verdraagt temperaturen beneden 20°C. De variëteiten zijn gevoeliger. Goed filteren en matig water verversen. Bealging is wenselijk. Tijdens warme zomers ook in de tuinvijver te houden. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Zuid-Brazilië, Uruguay en Paraguay | |||||||||||||||||||||||||||||
Zout toevoegen | BIOTOOP: Kleine dicht beplante watertjes in hoog- en laagland. Soms zelfs behoorlijk brak. | ||||||||||||||||||||||||||||
Ei-levendbarend | GEDRAG: Zeer rustig en vredelievend. Kan met andere kleine levendbarende soorten gecombineerd worden. Zeer snel geslachtsrijp, waardoor de geslachten spoedig moeten gescheiden worden om degeneratie te voorkomen. | ||||||||||||||||||||||||||||
VOEDSEL: Plantaardig en dierlijk voedsel . Veel insekten. Ook droog- en diepvriesvoer. Jongen eten fijngewreven droogvoer, Artemia-naupliën, slootinfuus en zachte algen. | |||||||||||||||||||||||||||||
KWEEK: Uitsluitend mooi uitgegroeide exemplaren voor de voortplanting gebruiken. Voor een goed beplante kweekbak zorgen. De draagtijd is ongeveer 24 dagen en er worden tussen 10 en 50 jongen afgezet, welke ca. 5 mm groot zijn. Eerst zinken die enkele cm, waarna ze zich plotseling strekken en een schuilplaats zoeken. Na één uur is de zwemblaas gevuld en zwemmen ze vrij rond. | |||||||||||||||||||||||||||||
Veel varianten | BIJZONDERHEDEN: De eerste in Europa ingevoerde ei-levendbarende vis. Er worden verschillende variëteiten aangeduid: - de reticulatus-vorm, een gevlekte vorm - de auratus-vorm, een goudkleurige variant, welke soms verkeerdelijk "goudgambusia" (= Gambusia nobilis, een nog niet ingevoerde soort) genoemd wordt - de imaculata-vorm, welke de typische staartwortelvlek mist. |