Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
IDENTITEIT: orde: Cyprniformes; familie: Alestidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: In 1899, door G. A. BouIenger, als Micralestes interruptus in Ann. Muz. Congo Zool. 1(4):88. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Hemigrammalestes interruptus | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: Kongozalm | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: Man 8 cm, vrouw 6 cm | |||||||||||||||||||||||||||||
Zeer gemakkelijk te zien | GESLACHTSONDERSCHEID: De man heeft een sterk verlengde dorsale vin, die soms tot over de staartvin kan reiken. De middelste staartvinstralen zijn ook sterk verlengd: versierselen welke het wijfje mist. | ||||||||||||||||||||||||||||
HOUDBAARHEID: Scholenvis die een groot aquarium vraagt. Niet al te veel planten, grote zwemruimte, zonnige standplaats, helder water. Eenmaal gewend aan het aquarium, zijn ze niet gevoelig. | |||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Afrika; Zaïre- of Kongostroom | |||||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: Alle auteurs geven op: het stroomgebied van de Kongo- of Zairestroom! Type-vindplaats: Pool Malebo. | |||||||||||||||||||||||||||||
Springers | GEDRAG: Prachtige aquariumvis. Snelle, nogal zenuwachtige zwemmer. Als ze pas in het aquarium zijn ondergebracht, zijn ze nogal schichtig. Durven wel eens springen. Blijven steeds in schoolverband en hebben geen belangstelling voor andere vissen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Alleseters | VOEDSEL: Nemen alle voedsel aan dat drijft, zwemt of zweeft. Nemen node voedsel van de bodem op. Nu en dan groenvoer toedienen. | ||||||||||||||||||||||||||||
- Zeer moeilijk - Grote kweekbak - Geen eierrovers |
KWEEK: ls zeer moeilijk te noemen en voorbehouden aan ervaren kwekers. Grote, permanente kweekbak inrichten met een goede filtering. De kweekbak moet groot zijn (minimaal 80 x 30 x 30 cm) en een donkere bodem hebben. Een grote hoeveelheid javamos Vesicularia dubyana, wordt in de bak gebracht. Meerdere koppels inbrengen. De aanpassing aan het aquarium kan meerdere weken duren. Als de vissen het aquarium gewoon zijn, zullen de paringen meestal in de namiddag beginnen in de nabijheid van het javamos en tegen de bodem. De eitjes blijven in het mos kleven. Men hoeft zich niet te haasten, want de ouders zijn geen eierrovers. Na de afzetting het javamaos verwijderen en onderbrengen in een kleiner bakje, gevuld met hetzelfde water als in de kweekbak. De incubatieperiode bedraagt ongeveer 7 dagen. De jongen hebben maar een kleine dooierzak. Eerst stoffijn voeder toedienen; na enkele dagen mag dat reeds groter voer worden. Het zijn middelmatige groeiers. Waterverversingen bevorderen de groei en stimuleren de ouders tot paren. | ||||||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: Zeer eigenaardig, voor een karperzalm, is de lange incubatietijd der eitjes, in vergelijking met hun Zuidamerikaanse soortgenoten is dit wel driemaal zolang. |