|
IDENTITEIT: orde: Atheriniformes; familie: Poeciliidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: In 1894, door C.H. Eigenmann, als Poecilia branneri in Ann. N.Y. Acad. Sci. 7: 629 |
|
SYNONIEM: Micropoecilia branneri, Poecilia heteristia |
|
NEDERLANDSE NAAM: Citroentandkarper |
|
MAXIMALE GROOTTE: Mannetje tot 3cm ; vrouwtje tot 4cm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: Mannetjes zijn kleurrijker en bezitten het voor levendbarenden typische gonopodium. Verder zijn mannetjes slanker en blijven kleiner. |
Visje voor de iets gevorderde liefhebber |
HOUDBAARHEID: Niet zonder problemen, alhoewel licht zuur, relatief zacht water en regelmatige waterwisseling de enige eisen zijn. Aquariuminhoud vanaf 20 L. Best met meerdere paren samen houden. Een deel van het aquarium dicht beplanten. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
6,5 - 7,5 |
6 - 6,5 |
Totale hardheid °DH |
|
< 20 |
< 10 |
Temperatuur °C |
|
22 - 24 |
24 - 26 |
Geleidbaarheid µS |
|
< 1000 |
< 200 |
|
|
VERSPREIDING: Omgeving van de Amazone in de staat Para. Van Belem tot Santarem |
|
|
|
BIOTOOP: De meeste ingevoerde exemplaren komen uit kleine oerwoudbeekjes rond de Amazone. Het water is er lichtzuur tot vrij zuur en meestal zeer zacht. Verschuilen zich graag onder in het water hangend gras. Wordt samen met guppy's gevonden. |
|
GEDRAG: Levenslustig visje dat zich pas in een klein groepje op zijn best voelt. De mannetjes tonen dan hun mooiste kleuren en gaan ook gemakkelijker tot de balts over. Grotere vissen in hun gezelschap storen hen. Bevolken de middenste en bovenste waterlaag van het aquarium. |
Alleseters |
VOEDSEL: Nemen alles, echter met een voorliefde voor klein voer als Cyclops en Artemia-naupliën. Eten tijdelijk ook droogvoer en plukken ook al eens een algje weg. Voedsel wordt niet van de
bodem genomen. |
Niet eenvoudig |
KWEEK: Vraagt enige kennis. Een kweekbak van 20 L volstaat. Dichte beplanting. Vers, licht zuur en zacht water. Ca. 30 jongen worden over meerdere dagen geworpen. Deze eten onmiddellijk Artemia-naupliën. Na drie tot vier maanden zijn zij zelf geslachtsrijp. |
|
BIJZONDERHEDEN: P. branneri is de enige tot heden gekende levendbarende waarbij de paring "antiparallel" gebeurt d.w.z. de kop van het mannetje aan de staart van het vrouwtje. |