|
IDENTITEIT: orde: Perciforrnes; familie: Cichlidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: ln 1899, door G. A. Boulenger, als Tilapia livingstonii, in Proc. Zool. Soc. London, 1899:134. |
|
SYNONIEM: Pseudotropheus (Maylandi) livingstonii - Metriaclima livingstonii |
|
NEDERLANDSE NAAM: Slakkenbaars |
|
MAXIMALE GROOTTE: Worden maximaal 15 cm, maar we treffen ze normaal aan met een grootte van 7 tot 8 cm. |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: De ongepaarde vinnen van de vrouwtjes zijn gelig en bij de mannetjes blauw. De keel en de borststreek kunnen bij de mannetjes krachtig geel kleuren. De eivlekken op de aarsvin zijn geen herkenningsmiddel, daar beide geslachten deze vlekken vertonen. |
Taaie planten |
HOUDBAARHEID: Gemakkelijk in te burgeren. Aquariuminrichting zoals voor andere Malawicichliden. Zachte planten worden gegeten, maar harde planten laten ze totaal met rust. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
7,8 - 8 |
7 |
Totale hardheid °DH |
|
> 10 |
> 10 |
Temperatuur °C |
|
22 - 28 |
22 - 28 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Afrika: Malawi Meer |
|
|
Slakkehuizen voorzien |
BIOTOOP: Bewoont de zandkusten en de zandstroken tussen de rotsformaties. Vooral kleine dieren zoeken hun toevlucht in de ledige schalen van grote waterslakken, vandaar trouwens hun Nederlandse naam. Ze doen dit niet alleen binnen de kustzone, maar ook op grotere diepte, wat bewezen wordt door het op deze plaatsen met sleepnetten ophalen van slakkehuizen, waarin de vissen nog aanwezig zijn. |
Vrij vredelievend |
GEDRAG: Betrekkelijk vredelievend. Bij te kleine behuizing kunnen echterwel brokken gemaakt worden. De kleurintensiteit is, zoals bij andere cichliden, afhankelijk van verschillende factoren. |
Ook groenvoer |
VOEDSEL: Nemen alles. Bij voorkeur levend voer. Groenvoer mag niet ontbreken. Droogvoer slechts als aanvulling. |
Muilbroeder |
KWEEK: Muilbroeder. Koppel vormt zichzelf uit de gemeenschap van een biotoopaquarium. Schuilmogelijkheden voorzien. Jongen blijven iets meer dan drie weken in de muil van het vrouwtje en zijn bij het verlaten ervan ongeveer één cm groot. Eten dadelijk kleine watervlooien. Normale opfok. |
|
BIJZONDERHEDEN: Gelijkt goed op Maylandia zebra, maar vertoont toch meerdere verschilpunten, o.a. het voorkomen van lengtestrepen in de staartvin. Ook in de rugvin komen deze strepen voor. |