|
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: ln 1922, door C. T. Regan, als Pseudotropheus tropheops, in Proc. Zool. Soc. London, (1921) |
|
SYNONIEM: Pseudotropheus tropheops |
|
NEDERLANDSE NAAM: Gele muilbroeder |
|
MAXIMALE GROOTTE: Worden tot ruim 15 cm groot en behoren daarmee tot de grootste vertegenwoordigers van het geslacht. |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: Bij jonge dieren is dit zeer moeilijk te zien. Bij geslachtsrijpe dieren is het mannetje veel donkerder gekleurd en tijdens de balts worden ze zelfs zwartbruin tot blauwzwart, waar de vrouwtjes het basiskleed, geel tot vuil bruingeel, blijven behouden. |
Steenformaties onmisbaar |
HOUDBAARHEID: Ruim speciaal-aquarium. Veel steenformaties, zowel op de bodem als tegen de achtenrvand en de zijwanden. Niet alleen grote holen, maar ook kleinere spleten voorzien, waar de volwassen dieren niet, en het te verwachten jongbroed wél doorheen kunnen. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
7 - 8 |
7 - 8 |
Totale hardheid °DH |
|
5 - 15 |
5 - 15 |
Temperatuur °C |
|
22 - 28 |
24 - 28 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Afrika: Malawi-meer |
|
|
Grazers |
BIOTOOP: Eén der meest verspreide en best bekende "Mbuna's" (= vissen van de rotskust) van het Malawimeer. Leven dicht tegen de rotsformaties, waarvan ze onverdroten de algen afgrazen. Daartoe is hun muil bezet met een soort tandenrasp. |
|
GEDRAG: Fors en robuust. Samen te houden met andere Malawi-cichliden. Planten zijn geen noodzaak, alleen ter decoratie kunnen stevige, echte waterplanten benut worden. Filtering over actieve kool. Voldoende bovenbelichting, zodat natuurlijke algontwikkeling ontstaat. |
- Levend voedsel - ook groenvoer |
VOEDSEL: Nemen alle levend voedsel. Groenvoer niet vergeten. Na aanpassing, nemen ze zelfs gretig fruitvliegen. |
Muilbroeder |
KWEEK: Muilbroeder. Balts en afzetting duren behoorlijk lang. Na elke eiafzetting wordt het vrouwtje enigszins door de man verjaagd en dient het ritueel te herbeginnen. lncubatieperiode tussen 3 en 4 weken. Jongen worden in éénmaal uitgespuwd. Bij gevaar worden de jongen de eerste uren terug opgenomen. Jongbroed neemt onmiddellijk Cyclops, watervlooien en gesneden Tubifex. Groeien snel. |
Variabele soort |
BIJZONDERHEDEN: Daar Mbuna's in de vrijheid nooit in open water zwemmen en de rotskusten niet steeds aaneensluiten, is het logisch dat zeer veel varianten voorkomen. Ze verschillen onderling, zowel in kleurpatroon, als in anatomische verhoudingen en grootte. Drie ondersoorten werden beschreven: T. t. tropheops Regan, 1922, T. t. gracilior Trewavas, 1935 (zuiden van het Malawi-meer) en T. t. romandi Colombé, 1979 (rond het eiland Likoma), die zich onderscheiden in o. a. de oogdiameter, hoogte van het lichaam en betanding. |