|
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: In 1903. door J. Pellegrin. als Pterophyllum altum. In Bull. Mus, Hist. Nat. Pans 9: 125. |
|
SYNONIEM: |
|
NEDERLANDSE NAAM: Altum of hoogvinscalare |
|
MAXIMALE GROOTTE: 18 cm lang en 30 cm hoog (rugvintop tot aarsvineinde), in hun biotoop misschien nog hoger |
Zeer moeilijk te zien |
GESLACHTSONDERSCHEID: Buiten de paartijd weinig of geen onderscheid. Tijdens de paring heeft het wijfje een legbuisje. Het wijfje zou een vlakkere rug hebben. |
Niet al te moelijk |
HOUDBAARHEID: Een hoog en diep aquarium is noodzakelijk: minimum afmetingen 100 x 50 x 50 cm. Flinke kienhout formaties en enkele steenpartijen. Planten met lange bladeren (Amazone-zwaardplant en Vallisneria). Donkere bodem. Vragen geen medebewoners, misschien enkele Corydoras op de bodem. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
6 - 6,5 |
5,8 - 6 |
Totale hardheid °DH |
0,3 - 1 |
4 - 10 |
8 |
Temperatuur °C |
22 - 32 |
26 - 28 |
30 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
80 - 120 |
|
|
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Rio Orinoco - Brazo Casiquiare. Rio Atabalpo |
|
|
|
BIOTOOP: Langzaam stromende waters met vrij steile oevers. Leven in kleine groepen tussen de beplanting en wortelformaties of takken van omgevallen bomen. |
Wat schrikachtig |
GEDRAG: Scholenvis. Als nieuwkomer in een aquarium enkele weken zeer schuchter. Vertoeft graag in een groepje soortgenoten, waaruit zich koppels kunnen vormen. Zeer vredelievend, maar lust wel jonge visjes (vooral kleine neons). |
Alleseter |
VOEDSEL: In de natuur hoofdzakelijk zoetwaterkreeftjes. In gevangenschap liefst watervlooitjes, Cyclops, magere vis of kreeftvlees. Neemt droogvoer zolang het zweeft. Van tijd tot tijd groenvoer (spinazie en sla). Geen te zwaar voedsel (Tubifex, enchytraeën, Grindals). |
Weinig over bekend |
KWEEK: Niet veel over bekend. Het voortplantingsritueel zou gelijkaardig zijn aan dit van Pterophyllum scalare, maar niet vaak te zien in het aquarium. De eisen qua waterkwaliteit liggen iets hoger. De kweek is waarschijnlijk nog nooit gelukt in gevangenschap. |
|
BIJZONDERHEDEN: Of deze vis een volwaardige soort is, dan wel een ondersoort of lokale variëteit van P. scalare, is nog niet heel duidelijk. Alhoewel de verschillen tussen P. altum en P. scalare door Pellegrin duidelijk werden beschreven, beschrijft Burgess (1976) exemplaren uit de Rio Negro die zowel de kenmerken van P. scalare als P. altum bezitten. Gezien de aquarium-exemplaren wel duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn, door de hogere lichaamsbouw van de P. altum, behouden wij beide soorten (of vormen) op afzonderlijke vivariumkaarten. - William Eschmeyer (Catalog of Fishes) zet ze als afzonderlijke soort. |