Rasbora pauciperforataWeber & de Beaufort, 1916
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
|
IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Cyprinidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1916, door M. Weber en L. F. de Beaufort, als Rasbora pauciperforata, in Fish. Indo. Aust. Arch. 3:78. |
|
SYNONIEM: Rasbora leptosoma |
|
NEDERLANDSE NAAM: gloeistreeprasbora |
|
MAXIMALE GROOTTE: 5 à 5,5 cm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: is zoals bij vele scholenvissen, niet prominent. Na enige observatie kan men de vrouwtjes onderscheiden door de vollere buik en de minder uitgesproken rode metallische lengtestreep. |
Ruime school voorzien. |
HOUDBAARHEID: voelt zich thuis in een goed beplant aquarium, in een ruime school (minimum 10 exemplaren). Net zoals vele Rasbora-soorten houden ze van relatief hoge temperaturen (26 - 28 °C). Het is een ideale vis voor een Aziatisch streekaquarium. Ze kunnen gehouden worden in gewoon leidingwater, al is menging met regen- of onthard water aan te bevelen. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
6 - 7,5 |
6 - 6,5 |
Totale hardheid °DH |
|
2 - 15 |
2 - 5 |
Temperatuur °C |
|
24 - 28 |
27 - 28 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Sumatra, Borneo, Malaya, Thailand, Cambodja. |
|
|
|
BIOTOOP: komt voor in Zuidoost-Azië. |
Vreedzaam visje. |
GEDRAG: is een zeer rustige soort. Ze kunnen lange tijd alleen of met een groepje stil hangen tussen de planten. |
Gevarieerd menu. |
VOEDSEL: is verzot op klein levend voedsel en laat dat blijken door de langse gloeistreep die in optimale condities (zacht en lichtzuur water, veel planten en levend voedsel) vuurrood kan zijn. Afwisseling in het menu is aangewezen. Neemt ook droogvoer. |
Moeilijk. |
KWEEK: enigszins moeilijk, maar mogelijk. De watersamenstelling speelt een voorname rol. Noodzakelijke voorwaarden zijn een lage hardheid, een lichtzure pH en een hoge temperatuur. Bij een goede verzorging zullen zich in het gezelschapsaquarium paartjes afzonderen. Ze hangen vaak zij aan zij met opengesperde bek. In het kweekaquarium mogen geen fijnbladige planten ontbreken. |
|
BIJZONDERHEDEN: doordat de schubben met een donker randje zijn afgeboord, vertoont deze soort een netpatroon. Naast het slanke lichaam en de langse streep, is dit een typisch rasborakenmerk. |