Myers, 1935
Foto: Robert Van Mossevelde
Foto: Robert Van Mossevelde
| IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1935, door G. S. Myers, als Taeniacara candidi, in proc. Biol. Soc. Wash. 48:11. | |||||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: Apistogramma weisei. | |||||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: 5 tot 7 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: de mannetjes worden groter dan de minder gekleurde vrouwtjes en hebben sterk verlengde vinstralen. De staartvin van de man loopt lang en puntig uit. | |||||||||||||||||||||||||||||
| Zacht en zuur water. | HOUDBAARHEID: niet gemakkelijk, niet voor de beginnende aquariumliefhebber. Zacht en zuur water is een vereiste voor deze kleine sierlijke visjes. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Rio Negro. | |||||||||||||||||||||||||||||
 |
 |
||||||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: het natuurlijk verspreidingsgebied ligt in het stroomgebied van de Rio Negro, in de omgeving van Santarem in Brazilië. | |||||||||||||||||||||||||||||
| Schuw. | GEDRAG: nogal schuwe visjes die we best houden in speciaal voor hen ingerichte aquaria, in het gezelschap van kleine visjes die de bovenste waterregionen bewonen. | ||||||||||||||||||||||||||||
| Levend voedsel. | VOEDSEL: klein levend voedsel, zoals watervlooien, |
||||||||||||||||||||||||||||
| Moeilijk. | KWEEK: niet gemakkelijk. Wanneer het vrouwtje eitjes afzet aan het plafond van een holletjes, is de kweek zeker nog niet gelukt. Voor de ontwikkeling van het legsel zijn extreme waterwaarden nodig: zeer zacht en zuur water; pH-waarden van 4,5 - 4,8 zijn hierbij geen uitzondering. Het eerste en beste opfokvoedsel is net uitgekomen Artemia. | ||||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: het mannetje kan tegenover het vrouwtje soms zeer agressief zijn. Enkele kleine zalmpjes of aphyosemions geven de man wat meer werk en leiden zijn agressieve aandacht voor het kleinere vrouwtje wat af. Als eerste opfokvoedsel gebruik ik vers uitgekomen Artemia, maar ook meermaals dagelijks een zelfgemaakte melk van in water opgeloste "Micro-Min", die dan met een pipet in de groep jongen gespoten wordt. |
