|
IDENTITEIT: orde: ; familie: Characidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1957, door S. H. Weitzman, als Thayeria boehlkei, in Aquarium Journ. 28(11):391. |
|
SYNONIEM: |
|
NEDERLANDSE NAAM: zilvertetra, hockeystick. |
|
MAXIMALE GROOTTE: 6 cm |
Onduidelijk. |
GESLACHTSONDERSCHEID: noch in kleur, noch in tekening te onderscheiden. Kuitdragende vrouwtjes hebben echter duidelijk een vollere buikpartij. |
|
HOUDBAARHEID: als jonge vis dient hij vooral in een grote school te worden gehouden, anders wordt hij een kregelige individualist. Goed beplant, ruim aquarium. Donkere bodem en open zwemruimte. Temperatuur 20 à 24 °C. Getemperd licht. Helder, veeleer zacht en lichtzuur water. Gevoelig voor infusievorming. Niet kieskeurig i.v.m. de voeding, maar vleugelloze fruitvliegen staan bovenaan de verlanglijst. Bevolken de bovenste waterlagen. Hoewel ze slechts tot 8 cm uitgroeien, kunnen ze toch uitstekend springen. Zorg dus voor goed afgesloten dekruiten! |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
< 7 |
|
Totale hardheid °DH |
|
< 15 |
+/- 8 |
Temperatuur °C |
|
20 - 24 |
22 - 26 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Amazone-bekken. |
|
|
|
BIOTOOP: overschaduwde oevers van de Rio Maranon in Peru. Deze rivier mondt uit in de bovenloop van de Amazone. |
|
GEDRAG: kalm, vredelievend, uitermate geschikt voor het zalmenaquarium op voorwaarde van de opmerking vermeld in de rubriek "Houdbaarheid". |
Voedsel geen probleem. |
VOEDSEL: vormt geen probleem. Muggenlarven en vleugelloze fruitvliegen genieten een duidelijke voorkeur. |
|
KWEEK: een ruim volglasaquarium grondig reinigen. Water tot 8 °DH, lichtzuur; de temperatuur een 2-tal graden hoger dan in het gezelschapsaquarium. Vooral Myriophyllum-soorten als afzetplanten. Geen hoge waterstand. Massale eiafzetting (tot 2000), waarvan evenwel een groot aantal onbevrucht is. Deze, samen met een even massale sperma-afgave, werken een snelle bacterievorming in de hand. Na het afzetten daarom de ouders verwijderen, het water gedeeltelijk door vers vervangen en het aquarium afschermen. De geelbruine eitjes komen zeer vlug uit. Eerste dagen infusie geven. Meerdere culturen opzetten gezien het mogelijk groot aantal nakomelingen. Nemen na enkele dagen Artemia, waarna het verder opkweken geen bijzondere problemen meer stelt. |
|
BIJZONDERHEDEN: beter bekend onder de naam Thayeria obliqua, maar deze naam geldt voor een soortgenoot waarvan de zwarte streep op het lichaam uitsterft tussen de rugvin en het vetvinnetje. De typische schuine stand is het gevolg van de ligging van het evenwichtsorgaan dat met de lengtestreep van het lichaam een hoek van 25° vormt. |