Foto: Robert Van Mossevelde
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Belontiidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1777, door P. S. Pallas, als Labrus trichopterus, in Spicilegia Zool. 1(8):45. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Labrus trichopterus, Trichopodus maculatus, Trichogaster trichopterus | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: blauwe goerami, blauwe spat. | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: 12 cm | |||||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: niet moeilijk: bij de mannetjes is de rugvin veel langer en spits uitgegroeid. | |||||||||||||||||||||||||||||
Luchttemperatuur. | HOUDBAARHEID: gemakkelijk te houden vissen. Wel moeten we er over waken dat de luchttemperatuur boven het wateroppervlak niet veel lager is dan de temperatuur van het water. Dekruiten zijn hiervoor aangewezen. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Zuid-Oost-Azië: Maleisië, Thailand, Burma en Vietnam. | |||||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: wordt aangetroffen in zowel stilstaande als stromende watertjes. | |||||||||||||||||||||||||||||
GEDRAG: het is een vredelievende aquariumvis die goed samengehouden kan worden met kleinere medebewoners. Het zijn geen echte scholenvissen. Toch worden ze best met een zestal soortgenoten samen gehouden. Samenhouden met zeer robuuste medebewoners is niet aan te raden. Ze worden dan wel eens opgejaagd en kweken zullen ze dan zeker niet doen. | |||||||||||||||||||||||||||||
Alleseters. | VOEDSEL: het zijn alleseters: levend voedsel, ook onder gevriesdroogde of diepgevroren vorm, en droogvoer. Het voedsel nemen ze graag van het wateroppervlak. | ||||||||||||||||||||||||||||
Drijfplanten. Schuimnestbouwers. Infusie. |
KWEEK: kweken doet men best in een aquarium dat speciaal voor hen ingericht is met drijfplanten. Eén koppel voorzien. De waterspiegel laat men dalen tot ongeveer 15 à 20 cm hoogte. De temperatuur wat verhogen om de eiafzetting te stimuleren. Bij een mooi uitgegroeid koppel zijn 1000 tot 2000 eitjes zeker geen uitzondering. Het legsel wordt afgezet onder een groot schuimnest dat door het mannetje gebouwd wordt tussen de drijfplanten. Na 2 dagen komen de eitjes uit. De jongen worden door de man verder verzorgd. Na de eiafzetting is het soms nodig het vrouwtje uit het aquarium te vangen omdat het mannetje agressief kan zijn. Als eerste voedsel geven we infusie. | ||||||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: |